‘Ik voelde me in het begin een groentje in de kerk. Vooral als ik mensen hoorde bidden. Ze maakten volzinnen en gebruikten plechtige woorden. Hardop bidden was niks voor mij. Ik dacht altijd dat ik het niet goed deed. Ik houd van bidden in eenvoudige taal, kort en kernachtig. Zou God dat wel oké vinden? Op de Prayercourse leerde ik pas dat je allemaal op je eigen manier mag bidden.
Twee jaar geleden kwam ik tot geloof. Ik was wel gedoopt als baby, ging als kind naar de kerk en zat op een christelijke school. Maar geloof zei me eigenlijk niks. Er gebeurden zoveel vervelende dingen bij ons thuis dat ik me van de kerk afkeerde. Ik wilde er niets meer mee te maken hebben. Het christelijk geloof koppelde ik lange tijd aan dwang en manipulatie.
Dat veranderde toen ik verliefd werd op een Afrikaanse man. Hij zat vol vreugde en was zo uitbundig in zijn geloof. Hij zong, danste, en bad op een manier die een overweldigende indruk op me maakte. Hij leidde me terug naar de kerk en voor het eerst van mijn leven kon ik er vol voor gaan. Ik kreeg een enorme honger naar God.
In mijn zoektocht naar meer, deed ik mee aan een Prayercourse in de kerk. We gebruikten in die cursus het boek Hoe moet ik bidden? van Pete Greig. De taal in het boek is eenvoudig en de inhoud heel toegankelijk. Pete komt over als een echt en nuchter mens. Hij worstelt net als wij met onbeantwoorde gebeden en is heel eerlijk over zijn twijfels.