Ik, Jonathan, liep met een makelaar en een conducteur: ‘Nooit gedacht dat ik mee zou doe aan een gebedswandeling, maar jullie waren in mijn wijk. Het was vrij normaal en ik zag meer dan ik had verwacht.’ Esther wandelde met een jonge Chinese man die zijn land was ontvlucht vanwege godsdienstvervolging. Hij bad voor radicaal geloof voor de Nederlanders. Het voelde nederig en inspirerend om naast een man te lopen die alles op had gegeven voor zijn geloof.
Met een kop koffie, nabesprekend, waren de meesten verrast. Een paar vrouwen waren door een grauwe saaie buurt met kleine winkeltjes gelopen. Eén sprong eruit en ze besloten een compliment te geven aan de eigenaar, een Moslim, die zich gezien en gewaardeerd voelde. Hij vroeg wat ze aan het doen waren. Ze vertelden dat ze aan het wandelen en bidden waren voor de buurt; hij begon nog meer te stralen.
Bijna elke week voelen voorgangers zich bemoedigd, verrast en uitgedaagd.
En langzamerhand kleuren we de plattegrond verder in – Jezus wandelde door deze straten.